:16:06
Ik heb de vis in de rivier gevangen.
:16:09
De groenten van een boer
met een zieke koe.
:16:13
Ik heb hem beter gemaakt.
Dat was makkelijk.
:16:16
Vanochtend had ik er een vloek
over uitgesproken.
:16:26
Dat is Appel.
:16:29
Mijn paard.
:16:37
Je hoeft niet op te letten.
Er is niemand.
:16:39
Je bent hier veilig.
:16:47
Je lijkt op een soldaat.
:16:51
Eet. Het smaakt prima.
:17:16
Er zit iets op je kin.
:17:19
Er zit iets op je kin.
:17:22
Daar hou ik het boze oog mee weg.
:17:26
Zigeunerbijgeloof.
:17:29
Ik dacht dat zigeuners altijd
in groepen rondtrokken.
:17:35
Wil je weten waarom ik alleen reis?
:17:38
Het was die vuile Zoltan,
die geitenzoon.
:17:42
Dat ie op mag zwellen en zichzelf
uit mag spugen.
:17:46
Dat ie een langzame dood sterft.
:17:50
Doe die jas maar aan, liebling.
:17:53
Jas?
:17:55
Bedankt, maar ik heb het niet koud.
:17:57
Ik weet dat het een legerjas is.