:58:02
Hoe kan ik hem vergeten? Hij is zo aardig.
Ik zal hem heel erg missen.
:58:06
Zeg hem dat.
- Geen zeep.
:58:08
Dat bedoel ik.
En geen chocolade of sigaretten.
:58:11
Het is zwaar.
:58:14
Zeg eens, bent u
die aardige kolonel Plummer?
:58:19
In levenden lijve.
Maar meestal zeggen ze dat ik heerlijk ben.
:58:23
Mag ik morgen naar uw kantoor komen...
:58:27
als u het niet te druk heeft?
:58:29
Miss von Schlütow,
ik ben vandaag grootvader geworden.
:58:32
Doe niet zo mal.
:58:35
Neem haar maar mee.
:58:37
Mag ik naar m'n appartement
om me om te kleden?
:58:40
Oké.
:58:41
Kom, jongens.
:58:44
Regent het niet meer?
:58:46
Als er plassen liggen,
dragen jullie me dan?
:59:00
Let op die twee.
:59:09
En u let op hen.
- Zo moet het lukken.
:59:22
Hij zei dat er twee kogels in je smoel zaten.
:59:25
Dat verdien ik ook.
Ik heb zo'n spijt van alles.
:59:28
Behalve van m'n tijd met jou.
- Doe dat ding weg.
:59:31
Echt waar. Met alle kopzorgen die ik krijg,
ben jij m'n aspirine.
:59:35
Fijn. Maar mijn kopzorgen dan?
:59:37
Je gaat terug naar huis.
:59:39
Tegen de tijd dat je je veiligheidsriem
omgespt, gaat het wel weer.
:59:43
Ik hou van je.
:59:46
Nee. Ik ben te wispelturig.
:59:50
Je hebt iemand nodig
om mee te trouwen.
:59:53
Nou?
:59:54
lk ben niet iemand om mee te trouwen.
:59:58
Je moet een fatsoenlijke man hebben.
Een senator of een rechter.