Strangers on a Train
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:15:01
Nee, het ging helemaal niet goed.
Ze wil nu niet scheiden.

:15:09
Het is niet te geloven.
:15:13
Ja, ik begrijp hoe je je voelt.
:15:18
Je klinkt zo woedend.
:15:20
Ik ben ook woedend.
Ik kan haar nek wel breken.

:15:24
Ik zei dat ik haar vuile nutteloze
nek zou kunnen breken.

:15:33
Wat zei je ?
:15:36
Ik zei dat ik haar wel kon wurgen.
:15:40
Ik wou dat je je handen stilhield.
Je bent de laatste tijd zo rusteloos.

:15:45
Ik wil graag dat ze er mooi uitzien.
- Heb ik ze te kort gevijld ?

:15:50
Nee mam, ze zijn precies goed.
Bedankt.

:15:55
Wat is er ?
- Niks. Maak je geen zorgen om mij.

:15:59
Maar je ziet zo bleek.
Zijn je vitaminen op ?

:16:05
Ik heb gisteren een fles
genomen, mam. 7, 5 dl.

:16:10
Maar je hebt weer die blik,
die herken ik meteen.

:16:14
Je hebt toch
geen domme dingen gedaan ?

:16:19
Ik hoop dat je dat gekke
plannetje uit je hoofd hebt gezet.

:16:23
Welk plannetje ?
- Om het Witte Huis op te blazen.

:16:27
Dat was maar een grapje. Wat zou de
president daar bovendien van zeggen ?

:16:35
Je bent een stoute jongen.
:16:39
Ik moet altijd zo om je lachen.
:16:46
Ga je scheren
voor je vader thuiskomt.

:16:51
Ik ben het zat om het de koning
altijd naar de zin te maken.

:16:55
Kom, kom, beheers je.
Kom eens kijken naar m'n schilderij.


vorige.
volgende.