Strangers on a Train
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:58:10
Wat is er ? Heb je het zien gebeuren ?
:58:13
Hij keek naar mij. Hij had
z'n handen om haar hals.

:58:19
Hij wurgde mij.
:58:22
Hoe bedoel je ?
:58:25
Hij keek eerst naar haar
en toen naar mij.

:58:31
Hij raakte in een soort trance.
:58:37
Het was afschuwelijk.
:58:44
Hij dacht dat hij mij vermoordde.
:58:51
Maar waarom ik, Anne ?
Wat had ik ermee te maken ?

:58:59
Weet jij waar Guy is ?
:59:01
Hij ging naar buiten met die man.
:59:25
Je kende hem eigenlijk
al langer, hé ?

:59:28
Dan toen je ons
aan elkaar voorstelde ?

:59:31
Zag je hoe hij Barbara toen aankeek ?
- Dat is me niet opgevallen.

:59:36
Net keek hij weer zo naar haar, toen
hij Mrs. Cunningham's hals vast had.

:59:43
Hoe zag Miriam er uit ?
:59:46
Haar foto stond toch in de krant ?
- Jij moet het zeggen.

:59:51
Ze was donker, niet al te lang, knap.
- En verder ?

:59:54
Wat wil je nog meer horen ?
:59:57
Ze droeg een bril, hé ?

vorige.
volgende.