:38:06
Ik had u iets vroeger verwacht.
:38:10
Ik heb thee gezet.
:38:12
Nee, dank u.
:38:16
Een koekje ?
- Nee, dank u wel.
:38:21
Mrs Carter, wanneer zag u Ben
voor het laatst ?
:38:24
Toen hij ging studeren,
een jaar of 12, 13 geleden.
:38:29
De tijd is zo snel gegaan.
:38:32
Klopt het dat Ben pas 35 is ?
:38:37
Het is zeker erger geworden ?
- Wat bedoelt u ?
:38:41
Ben is geboren met
een versnelde groeisyndroom.
:38:44
Hij wordt 2 tot 4 maal sneller ouder
dan een ander.
:38:48
Arme man.
:38:51
Hoe ziet hij eruit ?
:38:54
Ouder dan u.
- Arme schat. Maakt ie 't verder goed ?
:38:59
Hij heeft toch niets misdaan ?
:39:02
Waarom vraagt u zoiets, Mrs Carter ?
- Omdat hij een moeilijk leven heeft.
:39:08
Is er ooit iets gebeurd
dat ik moet weten ?
:39:13
Hoe bedoelt u dat ?
:39:16
Als u iets over Ben wilt zeggen,
zeg het dan gewoon.
:39:20
Ik weet 't niet zeker.
:39:22
Maar het is in het belang van Ben en
anderen dat ik alles over hem weet.
:39:29
Hij was een lieve baby.
Een mooie baby.
:39:33
Zo'n schat van een jochie...
:39:37
Maar u moet weten dat ik niet z'n
echte moeder ben. Ik ben z'n tante.
:39:44
M'n zuster was zacht gezegd
onverantwoordelijk.
:39:48
Op een dag smeekte ze me
hem een paar weken te nemen.
:39:53
Hoe oud was hij toen ?
- Zes.
:39:58
Wat gebeurde er ?
- Ze kwam om bij een auto-ongeluk.