:29:11
Ik had gisteren niet gezien dat ik
zulke knappe familieleden had.
:29:15
Jullie zijn hele knappe jongens.
Echt waar. Jullie allemaal.
:29:21
Waarom verstoppen jullie je
achter die bakkebaarden ?
:29:25
Bang dat de meisjes
er met jullie vandoor gaan ?
:29:32
Waarom gaan jullie nooit naar
de oogstfeesten ?
:29:37
- Houden jullie niet van meisjes ?
- We krijgen ze bijna nooit te zien.
:29:41
Jullie grote zus zal ervoor zorgen
dat dat nu wel gebeurt.
:29:50
Willen jullie eten ?
:30:01
Heer, u hebt ons door de woestijn
naar een mooi land geleid.
:30:06
Een land waar we nooit
honger hoeven te lijden.
:30:09
Wij danken u voor uw goede zorgen
en deze overvloed. Amen.
:30:19
Na jou.
:30:25
Dank je.
:30:32
- Waar ga je naartoe ?
- Ik moet naar de stad, Gideon.
:30:35
Het meel is bijna op en we
hebben 'n nieuwe bezem nodig.
:30:38
Ik help wel met sjouwen.
:30:40
- Waar gaan jullie naartoe ?
- Naar de stad.
:30:42
- Ik men de paarden wel.
- Nee, dat doe ik.
:30:47
- Hé, Milly gaat naar de stad.
- Laten we meegaan.