:15:03
	Zullen we de tafel rondgaan?
:15:05
	Gaat u maar eerst.
:15:10
	Het is moeilijk onder woorden te brengen.
:15:14
	Volgens mij is hij gewoon schuldig.
:15:16
	Dat dacht ik meteen al.
Niemand heeft het tegendeel bewezen.
:15:20
	Dat hoeft niet te worden bewezen.
Zijn schuld moet worden bewezen.
:15:24
	Volgens de grondwet hoeft de beklaagde
zijn mond niet open te doen.
:15:28
	Dat weet ik wel, maar ik bedoel...
:15:33
	Hij is gewoon schuldig.
Iemand heeft het hem zien doen.
:15:36
	Ik zal u zeggen hoe ik erover denk.
Ik ben volledig objectief.
:15:41
	Ik wil het puur over de feiten hebben.
:15:44
	Feit nummer een.
:15:47
	Onder de kamer waar de moord is
gepleegd, woont een oude man.
:15:51
	Op de avond van de moord hoort hij
om tien over twaalf een ophef.
:15:55
	Het klinkt alsof er wordt gevochten.
:15:57
	Hij hoort hem schreeuwen
"Ik vermoord je".
:15:59
	Eén seconde later hoort hij een bons.
:16:02
	Hij holt naar de deur, doet de deur open
en ziet hem de trap af rennen.
:16:06
	Hij belt de politie en die vindt de vader
met een mes in zijn borst.
:16:10
	Het tijdstip van overlijden
is rond middernacht.
:16:13
	Dat zijn onweerlegbare feiten.
De knaap is schuldig.
:16:18
	Ik ben geen ongevoelige vent.
Ik weet dat hij pas 18 is.
:16:22
	- Maar hier moet hij voor boeten.
- Dat vind ik ook.
:16:26
	- Bent u klaar?
- Ja.
:16:29
	Het alibi van die jongen deugt niet.
Daar kijk je zo doorheen.
:16:33
	Hij zegt dat hij naar de film was.
:16:35
	Maar hij wist niet welke films
hij had gezien en wie er meespeelden.
:16:39
	En bij de bioscoop
had niemand hem gezien.
:16:41
	En de verklaring van
de overbuurvrouw geeft de doorslag.
:16:46
	- Die heeft het zien gebeuren.
- Heren, om de beurt graag.
:16:50
	Moet je horen.
:16:53
	Ze ligt in bed, maar kan niet slapen.
Ze stikt van de hitte.
:16:58
	Ze kijkt uit het raam naar de overkant