:20:01
	Toen ik klein was,
zei ik u tegen m'n vader.
:20:05
	Daar hoef je bij de jeugd van nu
niet meer mee aan te komen.
:20:08
	Vaders vinden dat tegenwoordig
niet meer belangrijk.
:20:11
	- Hebt u kinderen?
- Ik heb er drie.
:20:15
	Ik heb er één.
:20:17
	Een zoon van 22.
:20:25
	Toen hij negen was,
liep hij weg van een gevecht.
:20:29
	Ik geneerde me zo
dat ik er bijna van over mijn nek ging.
:20:34
	"Ik maak 'n man van je,
al ga je eraan onderdoor", zei ik.
:20:41
	Nou, dat is me gelukt, hoor.
:20:43
	Toen hij 16 was, kregen we ruzie.
:20:47
	Hij gaf me 'n dreun in mijn gezicht.
:20:53
	Ik heb hem al in geen twee jaar gezien.
:20:58
	Dat krijg je met kinderen.
:21:00
	Je werkt je uit de naad voor ze...
:21:05
	- Kom, we moeten opschieten.
- We dwalen af.
:21:08
	Al komt die jongen
uit een ontwricht gezin uit de achterbuurt,
:21:12
	we zijn hier om uit te maken
of hij schuldig is of niet.
:21:15
	Niet om te achterhalen
waarom hij zo is geworden.
:21:18
	Hij komt uit een achterbuurt.
Dat zijn broedplaatsen voor criminelen.
:21:22
	De meeste achterbuurtkinderen vormen
een bedreiging voor de samenleving.
:21:28
	Zeg dat wel. Die kinderen
groeien voor galg en rad op.
:21:32
	- Ik moet niets van ze hebben.
- Ik kom anders ook uit een achterbuurt.
:21:37
	- Wacht even.
- Alstublieft.
:21:39
	Ik heb als kind ook altijd
in de troep gespeeld.
:21:42
	Misschien ruikt u dat wel aan me.
:21:45
	Het was niet persoonlijk bedoeld.
:21:47
	Hij had het helemaal niet over u.
U bent ook gauw aangebrand.
:21:51
	Daar kan ik wel inkomen.
:21:53
	Geen geruzie. Dat is tijdverspilling.
:21:58
	U bent aan de beurt. Vooruit.