:47:01
Toen je...
:47:07
Er zaten schuifjes in m'n haar.
:47:09
De schuifjes, ja. Hier.
Ik ga ze voor je halen.
:47:12
En m'n tas, graag.
:47:18
- Alsjeblieft.
- Bedankt.
:47:23
Je had me hier niet moeten brengen.
:47:26
Ik wist niet waar je woonde.
:47:29
Je had in m'n auto kunnen kijken.
Maar je kende m'n auto niet, hè ?
:47:33
Ik wist welke van jou was.
Hij staat hier buiten.
:47:36
Maar ik dacht dat je zo
niet thuisgebracht zou willen worden.
:47:39
Nee, je hebt gelijk.
:47:40
Gelukkig heb je me niet thuisgebracht.
Zo had ik je niet leren kennen.
:47:45
Bedankt. Maar ik ken jou niet
en jij mij niet.
:47:49
- Ik heet Madeleine Elster.
- Ik John Ferguson.
:47:52
'n Goede, sterke naam.
Noemen je vrienden je John of Jack ?
:47:56
Meestal John.
:47:58
Oude vrienden noemen me John.
Kennissen noemen me Scottie.
:48:02
Ik zal je meneer Ferguson noemen.
:48:04
Hemel, dat zou ik niet fijn vinden.
:48:07
Na wat er gebeurd is vanmiddag,
denk ik dat je me Scottie moet noemen.
:48:11
Misschien zelfs John.
:48:13
Liever John.
:48:18
Zo, da's geregeld.
Wat doe je voor de kost, John ?
:48:22
Ronddwalen.
:48:24
Da's een goede bezigheid.
Woon je hier alleen ?
:48:29
- Mensen moeten niet alleen wonen.
- Sommigen prefereren het.
:48:34
Nee, 't is verkeerd.
:48:38
Ik ben getrouwd, weet je.
:48:44
Wil je me iets vertellen ?
Is dit je ooit eerder overkomen ?
:48:49
Wat ?
:48:51
In de baai van San Francisco vallen.
:48:56
Nee, da's nooit eerder gebeurd.
:48:58
Ik ben in meren gevallen,
uit roeiboten, toen ik klein was.