Cleopatra
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:12:06
Is het een eeuw geleden dat ik in
een kleed aan je voeten werd gelegd?

1:12:13
Of was het gisteravond?
1:12:26
Wanneer laat je ons overkomen?
-Weldra.

1:12:29
Hoe gauw? Wanneer?
-Het duurt even voor ik Rome bereik.

1:12:35
Hoe gauw daarna dan?
-Binnen redelijke tijd.

1:12:39
De tijd is onze vijand.
-Moet ik hem voor je veroveren?

1:12:45
Wat voor krijgsplan
heb je in je hoofd?

1:12:49
Ik moet je zoon naar Rome brengen.
1:12:52
Rome moet Caesars zoon aanschouwen.
1:12:55
De zoon die eens over Caesars
wereld zal heersen.

1:13:02
Ik vrees dat het tij
zich straks tegen u keert.

1:13:21
Niet alleen de tijd
maar ook het tij.

1:13:23
Met al onze goddelijkheid kunnen
we daar niets aan veranderen.

1:13:42
Pas na meer dan twee jaar...
1:13:44
in Afrika en Klein-Aziƫ...
1:13:48
kon Caesar naar Italiƫ oversteken
en eindelijk thuiskomen...

1:13:52
om z'n triomfen te vieren
en z'n zaken op orde te brengen.


vorige.
volgende.