:48:01
	Ze pakken je als je wakker bent
en als je slaapt.
:48:05
	U gaat volgende maand weg.
:48:07
	Ja, lekker terug naar Londen.
- We zullen u hier missen.
:48:14
	Ik ben nog niet weg.
:48:18
	Zal ik u iets geven
om lekker op te slapen?
:48:21
	Dat lijkt me wel wat.
- Kom dan maar even mee.
:48:27
	En allemaal gedekt
door de verzekering.
:48:44
	Die bezoekdagen
doen je nog eens de das om.
:48:48
	Hoezo?
- Je moet telkens een week bijkomen.
:48:52
	Straks word je hier nog in je kist
weggedragen.
:48:55
	Ik wil alleen haar zien
en met haar praten.
:48:59
	Leef voor jezelf,
niet voor een ander.
:49:02
	Stel dat ze overreden wordt.
- Dat moet je niet zeggen.
:49:06
	Ik wil alleen maar zeggen dat je je
niet te veel aan iemand moet hechten.
:49:12
	Maar mensen zoals jij snappen niet...
:49:18
	hoeveel je geeft om je vrouw.
:49:20
	Ik weet hoe de mens in elkaar zit.
:49:23
	Misschien doet ze het wel
met een ander.
:49:27
	Als je dat nog eens zegt,
ram ik je helemaal...
:49:31
	Straks raak je buiten adem.
:49:35
	Ga nou rustig zitten.
:49:40
	Steek er eentje op.
:49:41
	Ik mag er niet meer dan vijf per dag.
:49:44
	Je moet zelf zorgen dat je opknapt.
:49:48
	Ik bedoelde alleen dat je nooit weet
wat het zoal op de kerfstok heeft.
:49:53
	Zeg 'ze' als je over m'n vrouw praat.
- 'Ze' of 'het', het blijven meiden.
:49:59
	Jij moet aan jezelf gaan denken,
kijk maar naar mij.