1:01:00
Ja...
1:01:04
Was hij getrouwd?
1:01:06
Ja. Gescheiden van tafel en bed.
1:01:11
Het was een wanhopig man.
1:01:13
Men zei dat ie een gangster was,
maar hij was erg aardig voor me.
1:01:17
Wie weet wat er zonder hem
met me gebeurd was.
1:01:20
Hield je van hem?
1:01:23
Ik was te jong.
- Hoe oud was hij?
1:01:28
Drieënzestig toen hij overleed.
1:01:36
Wat is er?
1:01:41
Weet je het zeker?
1:01:43
Natuurlijk.
1:01:45
Om tien uur moet ik een
paar telegrammen versturen.
1:01:50
Je maakt je zorgen om iets.
1:01:52
Ik vraag me af hoe je
in Amerika aan land kunt komen.
1:01:56
Maak je er maar geen zorgen om.
1:01:58
Je moet realistisch zijn.
Over twee dagen zijn we in Hawaii.
1:02:02
Ja, daar ga ik aan land.
1:02:04
Zo kom ik makkelijker
de Verenigde Staten in.
1:02:07
Wat als je problemen krijgt?
1:02:09
Jij zult er niet bij betrokken zijn.
1:02:12
Je moet erover nadenken.
Hoe ga je het aanpakken?
1:02:16
Ik kan je geld geven, maar wat doe je
als je in moeilijkheden raakt?
1:02:20
Ik wil je graag helpen.
- Voel je niet verplicht.
1:02:24
Als we in Honolulu aankomen,
verdwijn ik.
1:02:28
Je zult zo alleen zijn.
1:02:30
Verlaten.
1:02:31
Dat maakt me verdrietig.
1:02:34
Dat hoeft niet. Het is zo eenvoudig.
1:02:38
Doe net als ik.
1:02:42
Nu ben ik gelukkig.
1:02:44
Op dit moment.
1:02:47
Meer kunnen we niet wensen.
1:02:49
Dit moment.
1:02:53
Er komen meer
van dit soort momenten.
1:02:55
Dat vraag ik me af.
1:02:57
Natuurlijk wel.