:30:02
	Ik vind 't geweldig. Paul, zei ik
niet dat ik 't mooi vond ?
:30:05
	- Ze zei dat ze 't mooi vond.
- Ik wist dat ik 't had gezegd.
:30:08
	Ben je er absoluut, helemaal weg van ?
:30:11
	Ja, 't is schattig
en je kunt er zoveel mee doen.
:30:15
	Ik zei toch dat ze 't niks vond ?
:30:17
	Laat me ten minste
de hele flat zien !
:30:20
	Dit is de hele flat.
:30:22
	- 't Is een grote kamer.
- Er is een slaapkamer !
:30:25
	- Waar ?
- Een trap omhoog.
:30:27
	't Is twee kleine treden.
Zie je ? Een, twee... drie.
:30:30
	'n Halve verdieping.
:30:33
	Waar is de slaapkamer ? Hierdoor ?
:30:36
	Nee, hier. Dit is de slaapkamer.
:30:38
	't Is eigenlijk 'n kleedkamer, maar
ik ga 'm als slaapkamer gebruiken.
:30:42
	Fantastisch idee en
zet hier gewoon een bed neer.
:30:45
	- Inderdaad.
- Hoe ?
:30:47
	- Het past, ik heb de kamer gemeten.
- Een tweepersoonsbed ?
:30:50
	- Nee, een groot eenpersoonsbed.
- Erg mooi.
:30:52
	Waar gaat Paul slapen ?
:30:54
	- Bij mij.
- Groot eenpersoonsbed ?
:30:57
	Dan kan je niet bij de kast.
:31:00
	- Heus wel.
- Zonder over het bed te klimmen ?
:31:02
	- Je moet over het bed klimmen.
- O, da's een goed idee.
:31:06
	- En kleren aan de pijp hangen.
- Inderdaad.
:31:12
	Alles is tijdelijk, mam.
:31:15
	In Harper staat: "De vorm komt...
:31:17
	"als de persoonlijkheid van
de bruid duidelijk is ontwikkeld."
:31:21
	Ik weet 't niet,
ik denk dat 't nu bij je past.
:31:24
	Wat zit hierin ?
:31:28
	O, de badkamer.
:31:32
	Geen badkuip.
:31:34
	Dit is de keuken !
:31:36
	't Ziet er erg gezellig uit.
:31:38
	't Is frisjes hier.
Voel jij tocht ?
:31:42
	Ga hier staan, mam. 't Is warmer.
:31:44
	Moeder, je hebt 'n borrel nodig.
Paul, haal een fles Scotch.
:31:47
	Nu ?
:31:48
	Je hebt veel muurruimte.
In welke kleur ga je 't verven ?
:31:52
	Het is geverfd.
:31:54
	Erg aantrekkelijk.
:31:59
	Ik moet gaan.