1:11:07
Niet, dus.
1:11:13
Ik ga weg.
1:11:16
Ik neem die deur. Ga jij intussen...
1:11:20
Let op die deur.
1:11:26
Pas op, boven.
1:12:16
Er is er een ontsnapt.
- Weet ik, die heb jij gemist.
1:12:24
Ik ben hier !
1:12:30
Hier.
1:12:32
Waar kom jij vandaan ?
- Ik hoorde iets.
1:12:34
Heb je 'm geraakt ?
- Wie ?
1:12:36
De man die uit de kerk kwam rennen.
1:12:38
Ja en nee.
- Heb je 'm geraakt of niet ?
1:12:41
Ik raakte het bord en dat raakte hem.
- Geweldig.
1:12:44
Hij hinkte daarna.
- Daarvoor ook al.
1:12:48
Hij is geraakt. Hier ligt bloed.
1:12:51
Hij is weggekomen.
- Niet ver.
1:12:54
Waar dan ?
- In die saloon.
1:12:57
Jason z'n tent.