1:04:01
Ik heb het koud.
1:04:06
Wat is er met de zon?
Hij geeft geen warmte af.
1:04:21
Wat is er gebeurd?
1:04:24
Wat is waarmee gebeurd?
1:04:28
Niets is zo gelopen...
1:04:32
Niets is zo gelopen
als ik had verwacht.
1:04:36
Als kind geloof de ik
in allerlei dingen.
1:04:42
De mensen leken gelukkiger.
De mensen hielden van elkaar.
1:04:46
Wat is er gebeurd?
-Je bent uit je gouden box gegooid.
1:04:54
M'n moeder gaf me 25 cent om rond
het huis het gras te maaien.
1:05:00
Het lijkt nog maar pas geleden.
Ik kon het gras ruiken.
1:05:07
Het gaat allemaal zo snel.
1:05:11
De mensen worden
volwassen, en dan...
1:05:16
We gaan allemaal dood.
Dat klinkt niet erg zinnig, hè?
1:05:22
Soms wel.
1:05:27
Soms, om drie uur 's ochtends.
1:05:31
Wist je dat ik je ooit heb bespied
in de theaterhal?
1:05:35
Heb je me bespied?
-Dat was lang geleden.
1:05:39
Je was met je gezin naar het ballet.
1:05:42
Ik zag je dochters met hun witte
handschoenen en slippers.
1:05:46
En dat jonge vrouwtje op leeftijd
van je, in haar tuttige pakje.
1:05:52
En jij...
1:05:55
En jij schudde mensen de hand,
glimlachte en zei ze gedag.