:23:06
:23:10
Ik ben alleen. Sharon
en Dick parkeren de auto.
:23:14
Ik moest kijken of alles oké was.
:23:16
Ik wist niet dat 't zo laat was.
:23:18
Is je fles aftershave gebroken?
:23:21
Heb ik te veel op?
-Ietsje te veel.
:23:24
Maar buiten valt het niet meer op.
:23:28
Ik moet snel opruimen.
:23:30
Het is prima.
We drinken snel wat.
:23:33
Wat goed neergelegde voorwerpen
geven de juiste indruk.
:23:36
Je kunt geen boeken neerleggen
of je ze aan 't lezen bent.
:23:40
Het geeft 'n image.
-Je hebt geen image nodig.
:23:46
Dat is goed,
m'n 100 meter-medaille.
:23:49
Je legt toch geen medaille neer?
-Ik heb er 20 dollar voor betaald.
:23:54
Nu moet ik beslissen.
Draai ik Oscar Peterson
:23:58
of Bartók's strijkkwartet nr 5?
:24:00
Draai Oscar Peterson en leg Bartók
neer, zodat iedereen 't kan zien.
:24:04
Dat is een goed idee.
:24:06
Ik ken niemand die zo veel moeite doet
om indruk te maken.
:24:10
Als je dit ook voor Nancy deed,
dan snap ik niet waarom ze wegging.
:24:14
Ik schreef gedichten,
in restaurants bestelde ik in 't Frans
:24:19
en dan kregen we 't verkeerde eten.
:24:22
En kuste je haar dan?
:24:24
Dat probeerde ik,
en dan zei ze: Nee, iedereen kijkt.
:24:28
In 'n bistro vloog eens
m'n mouw in brand.
:24:31
Vind je dat grappig?
:24:33
Zij zag 't als 'n symbool
voor m'n onhandigheid.
:24:39
Een fantastisch voorkomen.
Ik ben de meester.
:24:53
Hallo, kom binnen.