1:14:00
	Ik weet 't niet meer.
-Geef me de brief.
1:14:03
	Welke brief?
-Geef me de brief.
1:14:05
	Er is geen brief.
1:14:07
	Je bent gek.
Niet overhalen. Ik heb bloederziekte.
1:14:13
	Beheers je, je bent hysterisch.
Je zou vertrouwen moeten hebben.
1:14:17
	Toen je jezelf was,
viel er 'n aardige vrouw voor je.
1:14:21
	Je kunt dus best aan 'n vrouw komen.
1:14:24
	Hoe maak ik er 'n eind aan?
-Zo moeilijk is dat niet. Kijk maar.
1:14:38
	Kom hier, liefje.
-Ja, schat?
1:14:41
	Het is uit.
-Wat?
1:14:44
	Tussen ons.
-Uit?
1:14:45
	Juist, afgelopen.
-Zo maar?
1:14:48
	Precies.
-En als ik nee zeg?
1:14:50
	Dat heeft geen zin.
-En heeft dit zin?
1:14:53
	Toe, schatje.
Met zo'n ding kun jij niet overweg.
1:14:58
	Waarom maak je er 'n eind aan
voor het begint?
1:15:01
	Je gaat me te ver, dotje.
1:15:03
	Jij hebt Johnson gedood
en Parker ook.
1:15:07
	En nu wou je mij in de rug schieten.
1:15:09
	Zodra ik me had omgedraaid.
Dat zal niet lukken.
1:15:14
	Je gaat de bak in.
1:15:25
	Zo eenvoudig is dat.
1:15:27
	Voor jou. Jij bent Bogart.
1:15:29
	Dat is iedereen wel eens.
1:15:32
	Jij doet op dit moment iets geweldigs.
1:15:34
	Je laat een lekker stuk lopen
vanwege haar man.
1:15:38
	Als ik zoiets doe,
zit de hele zaal te janken.
1:15:41
	Maar ik vind 't vreselijk.
1:15:43
	Nog meer reden om trots te zijn.
1:15:46
	Vind je?
-Echt.
1:15:48
	Er zijn andere dingen in 't leven
dan vrouwen.
1:15:52
	Je hebt iets moois gedaan
voor 'n vriend.
1:15:56
	Denk er maar over na.