Revenge of the Pink Panther
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:01:04
- Jawel.
- Nee hoor.

1:01:11
Ik een gerechtsdieneur.
1:01:18
Je zei gerechtsdieneur.
1:01:21
Dat klopt.
Ik ben hoofdinspecteur van de Sûreté.

1:01:29
Je gelooft me niet.
1:01:31
Dat is het niet.
1:01:34
Waarom zou ik je niet geloven?
1:01:36
Als jij het zegt.
1:01:38
Wie waren die lui?
1:01:41
- Moordenaars.
- Hoe weet je dat?

1:01:43
- Ik heb voor Douvier gewerkt.
- Die naam ken ik.

1:01:47
Iedereen kent hem.
Hij is zakenman en miljonair.

1:01:51
Douvier de zakenman en miljonair.
Ik wist het wel.

1:01:56
Hoeveel mensen zouden weten
dat Douvier ook Franse maffia is?

1:02:02
Hoeveel?
1:02:07
Zijn moeder, denk ik.
1:02:09
Waarom wil hij me vermoorden?
1:02:12
Omdat hij je dood wil hebben.
1:02:17
Het is niets. Schroeit een beetje.
1:02:21
- Sorry van de badjas.
- Geeft niet.

1:02:24
Vertel eens over Douvier.
1:02:28
Ik was z'n maîtresse en secretaresse.
1:02:32
Ik weet genoeg over Philippe
om hem levenslang te laten opsluiten.

1:02:39
Je hebt het steeds over Douvier.
1:02:43
Maar wie is Philippe?
1:02:48
- Z'n zoon?
- Die heeft ie niet.

1:02:51
- Z'n broer?
- Die heet Fred.

1:02:53
- Z'n vader dan.
- Die is dood.

1:02:55
Aha. Wie heeft hem vermoord?
1:02:58
- Hij stierf 'n natuurlijke dood.
- Wie is dan Philippe?


vorige.
volgende.