Manhattan
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:04:02
- Dit is Yale.
- Hoi, Yale.

1:04:05
Zullen we dan maar ?
1:04:09
- Ja, we gaan.
- Natuurlijk.

1:04:54
Kijk dan.
Dat gebouw is bijna helemaal afgebroken.

1:04:57
Het kunnen toch historische
monumenten worden ?

1:05:00
Ik probeerde 's een sloop te voorkomen
door er met mensen voor te gaan liggen.

1:05:04
Een agent trapte op mijn hand.
1:05:06
De stad is echt aan het veranderen.
1:05:09
Ik wil iets dat ik thuis kan dragen
zonder dat ik er te Mexicaans uitzie.

1:05:14
- Dit is...
- Mary ?

1:05:16
O, mijn God. Jeremiah !
1:05:21
- Jeremiah, dit is mijn vriend Isaac Davis.
- Hoi, aangenaam.

1:05:25
- Ongelooflijk, hé ?
- Ja !

1:05:27
Ik ben hier voor 'n paar dagen.
Er is 'n symposium over semantiek.

1:05:31
Je ziet er zo goed uit.
1:05:34
Je bent zo mager.
Je bent heel wat kilo's kwijt, hé ?

1:05:37
- Ik heb 'n trimmachine.
- Je ziet er goed uit. Echt goed.

1:05:42
Ik moet me haasten,
maar het is zo leuk om je weer te zien.

1:05:46
Ik heb 'n artikel
van je gelezen, over Brecht.

1:05:49
Ik weet het.
Ik had altijd al 'n zwak voor Duits theater.

1:05:55
- Geweldig.
- Goed dan.

1:05:58
- Dag.
- Tot ziens.


vorige.
volgende.