:28:02
Jou pakken? Wat?
- Dat weet je best.
:28:06
Ik heb haar niet aangeraakt.
:28:08
Ik ben niet geboren
met je hand in m'n kruis.
:28:11
Enid, help me.
Zeg dat ik zoiets nooit zou doen.
:28:17
Laat dat aan de politie over.
- Ze is m'n type niet.
:28:22
Enid, zeg Earl dat hij de kans krijgt
zich te verdedigen.
:28:29
Je snapt wel
waarom we moeten gaan.
:28:31
Je bedoelde het goed. We hadden
een mooie relatie kunnen hebben.
:28:37
Maar zoals Arthur Bremer ooit zei:
:28:40
'Wat gaat er goed
in deze krankzinnige wereld? '
:28:44
Ramona, we gaan.
:28:47
Kom, voor hij gevaarlijk wordt.
:28:51
En ik mocht mezelf verdedigen?
- Niet zo hard.
:28:55
Bang dat de buren het horen?
Dat zijn de buren.
:28:58
Kalm, ik sleep je niet voor
de rechter. Dat zet kwaad bloed.
:29:03
Dat willen we niet, omdat we
nog heel lang buren zullen blijven.
:29:13
Misschien moeten we verhuizen.
Dat zijn hele rare lui.
:29:17
Soms weet je binnen vijf minuten
al alles over iemand.
:29:21
Werk, achternaam.
Van hen weten we niets.
:29:24
Nou en?
- Waarom zei je niets?
:29:28
Jij was hier
terwijl dat mens er was.
:29:30
Weet je hoe lang het duurt,
iemand pakken?
:29:33
Nee, hoe lang duurt dat, Earl?
- Wou je zeggen dat je haar gelooft?
:29:38
Ik ben de man die je al 16 jaar kent.
- Dat weet ik.
:29:43
Wat is er aan de hand?
Hij komt binnen en jij zegt: 'Ha, Vic'.
:29:47
Hoe kende je z'n naam?
- Hij kwam vanmiddag langs.
:29:51
Ik had het nog niet verteld.
:29:53
Dat kon toch in de auto?
- We praten nooit in de auto.
:29:57
Had een uitzondering gemaakt.
Dat huis staat al zes maanden leeg.