Neighbors
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:00:01
Ik heb hem nodig
om ontbijt te halen.

1:00:04
Ontbijt?
1:00:06
Alleen wij tweeën?
- Wie heeft de vrouwen nodig?

1:00:10
Ik denk dat als wij gisteren
alleen waren geweest...

1:00:15
er geen enkel probleem
was geweest.

1:00:18
Ik ken vrouwen, ondersteboven
en achterstevoren. Wat leuk is.

1:00:23
Dat zal wel. Wat staat er op je arm?
1:00:29
'Geboren feestbeest.'
- Zo leef ik. Sigaar?

1:00:38
Ooit zo'n ding gezien?
1:00:44
Weet je wat wij nodig hebben?
Een avondje stappen.

1:00:49
Rotzooi jij wel eens?
- Ja hoor.

1:00:52
Mooi. Hou het voor je.
Ik ga ontbijt halen.

1:00:56
Bosbessenpannenkoeken en worstjes.
1:00:58
Dat krijg je.
- Klinkt goed.

1:01:00
Niet zoals ik ze maak.
1:01:34
Voet van het gaspedaal.
1:01:38
Kijk uit met die hendel.
Stoppen, zak. Achteruit.

1:01:43
Wat? Stop. Kijk uit waar je...
Stop nou, stomme oetlul.

1:01:49
Ik sla je je hersens in.
1:01:53
Dat joch is een beest.
Heb je de sleutels?

1:01:56
De eigenaar is ontbijt halen.
- Ik hoorde dat je hier een hoer hebt.


vorige.
volgende.