Neighbors
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:02:00
Wie zei je dat?
1:02:02
Dat klopt niet.
- Geen hoer?

1:02:04
Weet je er dan een?
1:02:06
Zeker niet.
- Laat het weten als er een opduikt.

1:02:15
Pas op. Voor je het weet,
raakt dat kreng je in je ballen.

1:02:27
Dat valt best mee, niet? Die hoeft
niet weggesleept te worden.

1:02:35
Toch?
1:02:38
Ben jij die schoft die gisteren
brutaal was tegen m'n pa?

1:02:42
Hij ramde m'n auto en sloeg me.
- O ja?

1:02:48
Moet ik je ballen
tegen je voorhoofd spijkeren?

1:02:51
Laat die wrattenkop.
We moeten beerputten leegzuigen.

1:02:54
Oké, pa.
1:02:58
Je boft. Ik moet m'n pa helpen,
maar ik kom terug.

1:03:30
Vic, ze hebben je wagen
eruit gehaald.

1:03:34
Zo goed als nieuw.
Er zit geen krasje op.

1:03:38
Waar is het ontbijt?
1:03:41
Geen krasje?
1:03:47
De achteras is gebroken.
- Ik betaal de reparatie wel.

1:03:52
Vergeet het maar. Weg ermee.
- Wil je je wagen niet?

1:03:57
Je snapt het niet, hè?

vorige.
volgende.