Neighbors
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:07:04
Dat 'omhoog' beslist niet
jouw richting was.

1:07:09
Zei hij dat? Dat zullen we
dan nog wel eens zien.

1:07:14
Zo ken ik m'n schatje. Goed zo.
1:07:18
Duiken, liefje.
Een gillende duikvlucht. Goed zo.

1:07:24
Dag, buurman.
1:07:26
Ik ga onder de dekens
de inventaris even opnemen.

1:07:31
Beloof me dat je niet weggaat.
- Dat beloof ik.

1:07:36
Schitterend gedaan. Schitterend.
Let op dat mengsel. Goed zo.

1:07:44
Zo ken ik m'n schatje.
Klimmen, liefje.

1:07:48
Kom op, Earl.
- Ik kan me niet concentreren.

1:07:52
Goed zo. Let op dat mengsel.
Rustig aan.

1:08:00
Mooi, hij is opgehouden.
1:08:09
Earl, kom gauw.
1:08:13
Waar ben je? Ben je boven?
1:08:18
Vic, wat is er?
- We raken het huis kwijt.

1:08:26
Vics huis staat in brand.
- Is de brandweer gebeld?

1:08:30
M'n telefoon werkt niet.
De jouwe ook niet.

1:08:36
Water, water.
1:08:38
Er is geen brand. Het is een geintje.
1:08:45
Het was vreselijk. Ze vloog
op 30 meter. Alles ging goed.

1:08:49
De besturing weigerde.
Vast door die mast.

1:08:53
M'n signaal kwam niet door.
- Arme schat.

1:08:56
De motor viel uit. Ze raakte in
tolvlucht en sloeg tegen de lijnen.


vorige.
volgende.