:50:03
Wat dacht je dat ik aan het doen was?
- Overvallers vermoorden.
:50:13
Je bent gek.
:50:15
Er was een politieman uit New York
bij me.
:50:18
Toch niet hoe heet hij, Frank Ochoa?
:50:23
Hij heeft je ooit gesproken.
- Ik mocht geen boeven meer doden.
:50:27
Dat vertelde hij.
- Dat klopt dan.
:50:32
Heb je overvallers vermoord?
- Nee, maar hij vroeg het wel.
:50:37
Waarom vroeg hij dan
of je ermee wilde stoppen?
:50:40
Wat doet de politie met moordenaars?
- Die arresteren ze.
:50:47
Hij leek me al een beetje typisch.
- Hij is gek, zo simpel ligt het.
:50:53
Hij was ooit een man van betekenis.
:50:56
Hij had de leiding
over die moordzaak in New York.
:51:00
Hij kwam in de krant, op tv,
er werden hem vragen gesteld.
:51:05
En de belangrijkste vraag was:
:51:08
'Wie is die schutter? Heeft u hem al? '
Het antwoord was nee.
:51:12
Ik was een van de vele mensen die
familie verloren had bij een overval.
:51:17
Hij had iedereen wel
kunnen beschuldigen.
:51:20
Hij was zo lastig
dat ik uit New York ben weggegaan.
:51:24
Ik laat me niet wegpesten uit LA.
Ik laat hem niet tussen ons komen.
:51:30
Ik dacht dat dat gebeurd was.
:51:35
Dat er iets tussen ons was gekomen.
- Welnee.
:51:40
Blijf je slapen?
- Ik dacht dat je het nooit zou vragen.