:18:03
O God, hij bloedt ! Hij bloedt overal !
:18:06
Hou hem rustig.
:18:08
Hou hem vast.
:18:15
Wat ben je van plan ?
:18:17
Doe iets !
:18:20
Waar is pa ?
- Niet thuis.
:18:23
Help hem !
:18:29
Ik kijk alleen maar.
:18:32
Hier, neem een slok.
:18:36
Wat een bloed.
:18:47
Verdomme !
:18:49
Wat doe je ? Dat doet pijn !
:18:54
Hij moet naar de dokter.
:18:55
Hij had al ergere verwondingen.
- Het kan gaan ontsteken !
:19:01
Rustig maar.
:19:04
En dan moeten
ze m'n hele zij eraf snijden.
:19:07
Waar was je ?
- Ik was in Californië.
:19:11
Rustig blijven liggen, oké ?
- Kut ! Is het mooi daar ?
:19:16
Hoe denk jij dat 't in Californië is ?
:19:18
Zoals in films.
:19:21
Blonde vrouwen,
de Beach Boys.
:19:25
Palmen,
:19:27
de oceaan. Hoe is de oceaan ?
:19:31
Ik was niet bij de oceaan.
- Niet ?
:19:33
Californië stond in de weg.
:19:40
Californië in de weg ?
Californië is toch aan de kust.
:19:46
Praat niet zoveel.
:19:49
Hou op, Steve !
:19:52
Hij bloedt niet meer zo erg.