To Be or Not to Be
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:15:01
U bent Anna Bronski.
- Dat klopt.

:15:05
En u bent degene die me bloemen
stuurt. Dat had u niet moeten doen.

:15:10
Dat is geen punt.
M'n vader is bloemist.

:15:17
En dat is zeker Mutki. Hallo, Mutki.
- U kent z'n naam.

:15:22
Ik weet alles over u. Ik heb alles
gelezen wat er over u geschreven is.

:15:27
Hoe gaat het met Kishka? Uw kanarie.
:15:31
O, Kishka, m'n kanarie. Ik heb slecht
nieuws voor u, luitenant.

:15:37
De kat heeft hem opgegeten.
- Moska?

:15:40
Moska, uw kat?
- Ja, Moska heeft Kishka opgegeten.

:15:46
Wat naar, maar die foto van u
op de boerderij is prachtig.

:15:51
U achter de ploeg.
Waar was dat trouwens?

:15:55
In the Chronicle.
- Nee, de boerderij.

:15:58
De boerderij. Die is ergens buiten
de stad, daar heb je boerderijen.

:16:05
Maar laten we het nu eens
over jou hebben.

:16:09
Hoe vond je me in het eerste nummer?
- Ik vond u fantastisch.

:16:13
Vleier.
:16:17
Er zitten zeker veel meisjes
achter je aan.

:16:20
Is het andersom?
:16:22
Ik geloof dat je maar één keer
in je leven verliefd wordt.

:16:27
En als dat gebeurt, moet je je hele
leven aan die persoon wijden.

:16:31
Dat ben ik helemaal met je eens.
:16:35
Maar ik vind ook dat de ware liefde
je plezier niet in de weg mag staan.

:16:42
Wat vind jij?
- Ik hou ook wel van een pleziertje.

:16:46
O ja? En waar beleef jij plezier aan?
:16:52
Ik vlieg in een bommenwerper.
:16:56
Is dat leuk?
- Ja, het is het leukste wat er is.


vorige.
volgende.