:20:23
Zo nam ik afscheid van m'n moeder.
:20:43
Mijn heer, ik, Nodar Zalikasjwili,
'n wees,
:20:47
uw trouwe dienaar, buig mijn
knieƫn voor u.
:20:51
Ik breng u 200 saffraanappels,
:20:54
die mijn moeder voor u had
verzameld.
:21:01
De zelfingenomen lach van de vorst
was de laatste in z'n leven.
:21:05
'N Minuut later hield hij voor
altijd op met lachen.
:21:30
M'n laatste centen gaf ik aan
'n onbekende koopman.
:21:34
Hij verkleedde me als vrouw.
:21:38
We gingen weg naar verre streken.
:21:56
De bewaker bij de grens
had alles door,