:21:26
Ze zei: Ik ben te zwaar.
Kom naar beneden, dan duwjij mij.
:21:41
Xire was nog nooit in water geweest
maar hij vond het al snel leuk.
:21:50
Is dat water?
-Nee, benzine.
:21:54
Als ik dit naar beneden krijg,
kunnen we weg.
:21:58
Vandaag?
-Ik moet het demonteren en monteren.
:22:03
Uiteindelijk.
-Misschien morgen of overmorgen.
:22:08
Was dat een leeuw?
:22:12
Ik hoor ze.
-Laat het touw zakken.
:22:16
We hebben geen last van hen.
-Ik wel: Laat dat touw zakken.
:22:21
Ze komen niet onze kant op.
-Ook niet uiteindelijk?
:22:25
Als jij hen met rust laat,
laten ze jou met rust.
:22:29
En als ze hongerig zijn?
-Ze zijn hier ver vandaan.
:22:39
Het stikt hier van de wilde dieren.
-Laat ze met rust.
:22:43
Dat doe ik ook.
:22:50
Die staat kwijlend naar me te kijken.
-Hyena's kwijlen altijd.
:22:57
Gewoon negeren, maar niet lachen: Als
hij je tanden ziet, bedreig je hem.