1:02:00
- Heb je het koud?
- IJskoud.
1:02:17
Reese.
1:02:20
- Wat is je voornaam?
- Kyle.
1:02:23
Kyle. Hoe voelt het
om door de tijd te reizen?
1:02:30
Wit licht.
1:02:34
Pijn.
1:02:39
- Zoals geboren worden.
- Lieve hemel.
1:02:44
Ik ben er eentje te pakken gekregen.
1:02:47
- Ben je geraakt?
- Het is niet erg.
1:02:50
- Je moet naar een dokter.
- Het gaat wel, laat maar.
1:02:54
Hoe bedoel je? Ben je gek? Trek dit uit.
1:03:10
Jezus.
1:03:12
Hij is dwars door het vlees gegaan.
1:03:15
Straks moet ik kotsen.
1:03:17
- Praat ergens over.
- Waarover?
1:03:20
Doet er niet toe. Vertel over m'n zoon.
1:03:25
Hij is even groot als ik.
1:03:31
Hij heeft jouw ogen.
1:03:36
Hoe is hij?
1:03:38
Je vertrouwt hem.
Hij heeft een bepaalde kracht.
1:03:43
Ik zou m'n leven voor hem geven.
1:03:48
Ik weet in ieder geval al
hoe ik hem moet noemen.
1:03:52
Weet je wie de vader is?
Zodat ik hem niet wegstuur als ik hem zie.
1:03:57
John sprak niet veel over hem.