:26:02
Wat weet je van hem?
:26:03
-Je moet toch iets weten.
-Nee. Luister.
:26:05
-Hij is niet in dit hotel gedood.
-Dat weten we.
:26:08
-Heeft hij getelefoneerd?
-Heel vaak.
:26:11
-Zijn die gesprekken geregistreerd?
-Absoluut niet.
:26:14
Hij gebruikte die openbare telefoon, hè?
:26:17
-Ja, klopt. Hoe wist je dat?
-Een van mijn vele talenten.
:26:21
Met wie heeft hij gesproken?
:26:22
Luister, regel één in deze business
is dat je nooit...
:26:26
nooit luistert naar
de telefoongesprekken van een gast.
:26:30
-Vooruit, pak de sleutel. Laat de kamer zien.
-Ja, sir, onmiddellijk.
:26:42
Neem me niet kwalijk.
:26:46
Deze kant uit.
:26:54
Dit is kamer 5.
:27:09
Wat is hier daarna gebeurd?
:27:11
-Na wat?
-Nadat hij dood is aangetroffen.
:27:16
lets wat je niet met Garret in verband bracht.
:27:19
Er was één ding.
:27:21
Ik denk niet dat het jullie interesseert.
:27:24
Zeg het maar.
:27:26
Nadat de agenten weg waren,
komt er een vent voor deze kamer.
:27:30
-Waren alle andere kamers vol?
-Dat is het punt.
:27:33
Er was kamer 3, kamer 7.
:27:36
Deze vent wil absoluut kamer 5.
Ik bedoel, hij drong aan.
:27:41
Wat heeft hij nog meer gedaan?
:27:43
Hij gaat de kamer in, sluit zich op...
:27:46
en komt er pas de volgende dag uit.
Hij betaalde en ging weg.
:27:50
-Raar, hè?
-Wat is er zo raar aan?
:27:53
Hij heeft niet eens geslapen.
:27:55
Hij liet de kamer schoner achter
dan toen hij erin kwam.
:27:59
Echt waar? Beschrijf die vent eens.