Target
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:14:02
Oom Donnie!
Hallo.

:14:07
Hoe ging het?
We spreken later wel.

:14:10
Wil je ontbijten?
Wij gaan pannekoeken eten.

:14:12
Pannekoeken!
Ja.

:14:14
Wat mag het zijn?
:14:16
Alleen een koffie.
:14:17
Oh ja, een zware nacht gehad?
:14:20
Geef me maar gewoon een koffie, Maysie.
:14:22
Natuurlijk.
:14:24
Sam is depressief.
:14:25
Nee, dat is niet zo.
:14:27
Wat is er mis, Sam?
:14:30
Ik wil alleen maar dat mijn papa niet weggaat.
:14:34
Nou, hij moet gaan werken, niet?
:15:17
Alles goed met jullie?
:15:20
Ontbijt morgenvroeg?
Zeker weten.

:15:23
Ik dacht dat we dit weekend eens naar de kust
zouden kunnen gaan, wat denken jullie?

:15:27
Met mama erbij?
:15:30
Weet ik niet, je moeder heeft het erg druk.
:15:33
Ik weet het gasten, ik weet het…
:15:35
Je moeder en ik moeten nog een en ander regelen…
:15:38
maar dat betekent niet dat ik jullie
niet meer zal zien, oké?

:15:40
Ik wil niet meer dat je weggaat.
Sam hou op, iemand zou ons kunnen zien.

:15:48
Jullie moeten gaan, de school begint,
:15:50
Ik wacht jullie op na school, goed?
:15:52
Kusje.

vorige.
volgende.