:44:00
Eten. Wat koop ik daarvoor?
- Ik ga hem de wet voorschrijven.
:44:04
Ik neem ontslag.
- Waarom nou?
:44:07
Lk ga hem een rotschop verkopen.
:44:09
Wacht, je hebt twee kinderen.
- Ik pik dit niet.
:44:13
Je moet wel.
:44:16
Ledereen kijkt naar me.
Wat moet ik anders doen?
:44:19
Wat je moet doen?
Voor je gezin zorgen.
:44:22
Dat moet je doen.
:44:26
Laat ze kijken.
Schijt aan wat ze denken.
:44:48
Vooruit. Aan het werk.
:44:59
Heerlijk.
:45:01
Wat is dit?
- Gehaktbrood.
:45:05
Proeft u dat dan niet?
:45:08
Weet u, ik dacht bij mezelf:
:45:12
Het smaakt naar gehaktbrood, maar
het is te lekker voor gehaktbrood.
:45:18
Audrey zei zelfs tegen me:
Schat, mag ik nog een stukje van jou?
:45:24
Hoe kan ik dat weigeren?
Lk hou van haar, dus ze krijgt haar zin.
:45:28
Alsjeblieft.
:45:31
Bedankt.
:45:34
Ledereen klaar voor het dessert?
- Ik zeker.
:45:38
Zo dadelijk. Eerst hebben we
zaken te bespreken.
:45:58
Audrey.
- Wat?