The Color of Money
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:09:02
Wil jij tegen me spelen?
Voor je vriendin.

:09:07
Eén partij?
:09:09
Ik geef je de 7 of de 9.
De 7, de 8 of de 9 dan.

:09:14
De hele tafel.
-Wilt u tegen hem spelen?

:09:17
Ik? Best.
:09:21
20 dollar per partij.
-Nee, 500 per partij.

:09:25
Maakt u een grapje?
-Nooit over geld.

:09:33
Lafaards. Hun hoofden eraf.
:09:40
Je weet het niet, hè?
:09:44
Er ging net 500 dollar
aan je neus voorbij.

:09:47
Met z'n armen in het gips
verslaat ie nog iedereen.

:09:51
Ja, dat kan ie.
:09:55
Ik bied weer aan
om voor 500 te spelen.

:10:00
Je weet niet wat je moet zeggen.
:10:04
Zou ik een beroeps zijn?
:10:07
Als je dat weet, weet je
of je ja of nee moet zeggen.

:10:10
Dan worden we allemaal rijk.
-Moet ik nou ja of nee zeggen?

:10:18
Waarom? Het is te veel geld
en ik ben onbekend.

:10:22
Hij moest de onbekende zijn.
Dat zou leuk zijn.

:10:28
Prachtig zelfs.
Daar kun je dan mee spelen.

:10:32
Begrijp je me?
:10:35
Dus nogmaals, om 500 dollar.
:10:41
Je had ja moeten zeggen.
:10:43
Maar hoe kon je dat weten?
:10:47
In welke hand zit de munt?
Misschien in allebei of in geen een.

:10:53
Heel ingewikkeld.
En het is te veel geld.

:10:56
U bent gek.
-Gewoon gezond verstand.


vorige.
volgende.