:29:04
Je deelt 'n kamer
met 'n vreemdeling? Ben je gek?
:29:07
Zo goed als.
:29:09
Heb je de maatschappij gebeld?
:29:11
Ze zeiden dat ik kans heb
op de reservelijst te komen.
:29:15
Als ze je zeiden dat veelvraten
leuke huisdieren zijn, geloof je ze?
:29:19
Ik breng Thanksgiving niet in
Wichita door. M'n gezin wacht op me.
:29:23
Ik kom wel thuis.
- Niet per vliegtuig.
:29:26
Ze hebben 18 uur
luchtverkeer in de rij staan.
:29:29
De kans is groot dat we hier
onze kalkoen moeten eten...
:29:34
als we op de vlucht wachten.
- Hoe komen we anders thuis?
:29:39
Burt Dingman, mijn maat,
werkt bij de spoorwegen.
:29:42
Trein?
- Ik heb ze gordijnringen verkocht.
:29:45
Ik heb nog iets van 'm tegoed.
:29:49
Ik betaal. Ik heb overal al voor
betaald. Waarom nu niet?
:29:53
Ik voel me net 'n klaploper.
- Zet me op de trein, staan we quitte.
:29:58
Oké. Da's het makkelijkste deel.
:30:05
Wat?
- Je weet verdomd goed wat.
:30:10
Sorry, niet dus.
- Ik had meer dan $700 hierin.
:30:16
Ik heb je poen niet aangeraakt.
Ik ben geen dief.
:30:19
Heb je gisteravond
in m'n spullen gezeten?
:30:21
Ik heb je geld niet gepakt
en ik wil niet beschuldigd worden.
:30:25
Ik had meer dan $700 en jij zat
in m'n portefeuille voor pizza.
:30:29
Misschien toen je...
- Tel het!
:30:32
Alsof 't daar zou zijn.
:30:34
Er zit $263 in.
Als er meer is, ben ik een dief.
:30:38
Tel het nou maar.
Tel het! 263, nietwaar?
:30:44
Leeg.
:30:46
Wat?
- Leeg.
:30:53
We zijn beroofd.
- Denk je?
:30:58
Weet je, ik zat te denken.