:32:12
Ben jij Gus z'n zoon?
- Ik ben Owen.
:32:18
Ben jij de douchegordijnman?
- Ja. Del Griffith.
:32:22
Hoe is 't ermee?
:32:24
Dit is Neal Page uit Chicago.
- Hoi. Aangenaam kennis te maken.
:32:36
Ik moet jullie in Wichita
op de trein zetten?
:32:39
Ja, dat waarderen we erg.
:32:41
Er gaat geen trein vanuit Wichita.
Tenzij je 'n schaap of vee bent.
:32:50
De passagierstrein
gaat vanuit Stubbville.
:32:53
Dat is prima.
:32:58
Laat maar staan.
:33:00
Kom van je luie gat af
en zet die koffer achterin.
:33:03
O, nee. We hebben 'm.
- 'T Is erg zwaar.
:33:07
Dat vindt ze niet erg. Ze is kort
en dun, maar wel erg sterk.
:33:13
Haar eerste baby... kwam er
zijdelings uit. Ze gaf geen kick.
:33:19
Is dat niet bijzonder?
Je bent echt bijzonder.
:33:22
We hebben 'm al. 't Is al gebeurd.
:33:28
Stubbville is
wat verder dan Wichita.
:33:32
Hoeveel verder?
- 50 kilometer. Misschien 65.
:33:37
Niet meer dan 70 hoor,
afhankelijk van welke kant ie opgaat.
:33:42
Op de kronkelwegen is 't 110.
:33:49
Geef me de handschoen.
Hij heeft er aan zitten knabbelen.
:33:53
Geef 'm de verdomde handschoen!
:33:56
Zijn we er al?
- Nee. Nog een klein eindje.