:48:02
Laat eens kijken.
:48:03
Wat is er met je oog?
- Niks.
:48:05
Wat is er gebeurd?
- Niks.
:48:07
Gevochten op school.
- Laat zien.
:48:09
Er moet iets op.
- Het gaat best.
:48:13
Hufters.
:48:14
Laat ze naar de hel lopen.
- Goedenavond, Mr Laszlo.
:48:19
Jij, verdikkie.
:48:24
Doe dit er maar op, schat.
:48:27
Kijk toch niet naar die twee
vechtersbazen.
:48:30
Ze zijn grappig.
- Nee, ze zijn stom.
:48:33
Mag ik mee naar de rechtbank?
:48:36
Dat is niets voor kinderen.
:48:39
Ik weet toch waar het over gaat.
:48:42
O ja?
- Opa heeft me alles verteld.
:48:44
Wat heeft hij je verteld?
:48:47
Dat is een geheimpje.
- Je mag het mij toch wel vertellen?
:48:54
Hij zegt dat ze allemaal
overdrijven.
:48:57
Over de Holocaust en zo.
Dat is allemaal verzonnen.
:49:02
Zei hij dat?
:49:05
Je gaat er toch niks over zeggen?
:49:09
Hou dat op je oog.
:49:10
Laat zitten.
- Wijsneus. Ik neem hem te grazen.
:49:13
Zet dat uit en ga aan je huiswerk.
:49:20
Wat zeg je nou voor stoms?
- Wat?
:49:23
Wat je tegen Mikey zei
over de Holocaust.
:49:26
Ik heb niets gezegd.
- Niet liegen, papa.
:49:28
Ik lieg niet.
- Hij zegt het net.
:49:30
Niet waar. Het was opa Talbot.
:49:35
Je zou je mond erover houden.
:49:46
Gaat u staan.
:49:53
Kom hier zitten.
- Neemt u plaats.