Awakenings
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:27:14
Ze kijkt naar...
:27:35
Ik wil meer over uw zoon weten.
- Dat kan.

:27:43
Er was iets met zijn handen.
Hij kon niet meer schrijven.

:27:49
Ze functioneerden niet meer.
:27:52
Hij kon niet meer naar school.
En toen was ie pas elf.

:27:58
Het werd steeds erger.
:28:00
Soms riep ie me en dan zat ie
op zijn bureau...

:28:04
... in trance. Een paar uur lang.
Daarna leek hij weer normaal.

:28:11
Op een dag kwam ik thuis
en toen lag hij in bed.

:28:16
Hij zei steeds: Mam ? Mam ?
En zijn arm was uitgestrekt.

:28:24
Wat is er, Leonard ?
:28:26
Daarna sprak hij niet meer.
Het was alsof ie verdwenen was.

:28:31
Later dat jaar ging ik
met hem naar Bainbridge.

:28:36
Dat was op 14 november 1939.
:28:42
Hij was twintig.
:28:45
Wat had ie die negen jaar
daarvoor gedaan ?

:28:49
Lezen. Hij las graag.
Hij las de hele dag.

:28:54
Echt waar ?
:28:57
Meer kon hij niet.

vorige.
volgende.