:49:03
- Hij heeft spul aan z'n motor zitten.
- Nou en ? Wat stelt 't voor ?
:49:08
We willen weten wat 't is.
:49:11
- Een M-2 kneedbom.
- Echt waar ?
:49:14
Een M-2 kneedbom.
:49:23
Zeg 'm dat we 'm niet geloven.
:49:25
Waar haalt hij dat in godsnaam vandaan ?
:49:28
Waar heb je 't vandaan ? Jersey.
:49:30
Goed. Wat wil hij ?
:49:33
Wat wil je ?
:49:35
Ik weet 't niet.
:49:41
- Kom, zeg eens wat.
- Wat ?
:49:48
Wat moet ik tegen ze zeggen ? Je wilt
toch niet dat ik ze de waarheid zeg ?
:49:53
Straks komt het op 't journaal
en weet de hele stad over je vrouw.
:49:57
- Wil je dat ?
- Ja. Ik bedoel, nee.
:50:00
- Wat wil je dat ik zeg ?
- Zeg maar... Ik weet 't niet.
:50:04
Maar dat betekent niet... Denk niet
dat ik jullie niet allemaal af zal maken.
:50:10
Dat dacht ik helemaal niet.
:50:12
We weten nog steeds niet wat z'n eisen
zijn. Met wie praten we eigenlijk ?
:50:18
- Hij wil weten wie jullie zijn.
- Wij zijn van de politie in New York.
:50:23
Je meent 't. Nee, ik wil je naam weten.
:50:26
Hij wil je naam weten.
Kijk anders naar je naambordje.
:50:30
- Ik heet Walters.
- Oké, Walters. We gaan 't zo spelen.
:50:36
- Wat is je plan ?
- Ik weet 't niet.
:50:38
- Je hebt 'n plan nodig.
- Zeg dat ik niet wil praten.
:50:41
- Hij wil niet praten.
- Niet buiten.
:50:44
En zeker niet buiten.
Hij wil binnen ook niet met je praten.
:50:48
Ik wil gewoon niet praten.
Zeg dat ze weg gaan.
:50:51
Ga weg.
:50:52
Hoe heet hij ?
Kan hij zelf niet praten ?
:50:56
Je hoeft 'm niet
door m'n rug heen te rammen.
:50:59
Het is 'n geweer. Er komen kogels uit.