:08:04
Wij gaan in de herberg
m'n trofeeën bekijken.
:08:07
Een andere keer.
- Wat mankeert haar?
:08:10
Ze is gek.
- Hij is zo knap.
:08:12
Ik moet thuis m'n vader
gaan helpen. Dag.
:08:17
Die ouwe gek heeft hulp nodig
bij alles.
:08:21
Praat niet zo over mijn vader.
- Praat niet zo over haar vader.
:08:23
Praat niet zo over mijn vader.
- Praat niet zo over haar vader.
:08:25
Mijn vader is niet gek.
Hij is 'n genie.
:08:41
Papa?
- Hoe kan dat nou?
:08:45
Potverdorie.
- Alles goed?
:08:48
Ik hou maar op
met dat brok ellende.
:08:53
Dat zegt u altijd.
- Ik meen 't.
:08:55
Ik krijg dat ding
niet aan de gang.
:08:58
U wint er vast de eerste prijs mee
op de kermis.
:09:02
En u wordt 'n beroemde uitvinder.
:09:05
Denk je dat echt?
- Ja, natuurlijk.
:09:09
Waar wachten we dan op?
Ik heb dit zo in orde.
:09:13
Geef me die zigzag-houvast.
:09:16
Was het leuk in de stad?
- Ik heb 'n nieuw boek.
:09:21
Papa, vindt u mij vreemd?
:09:24
Mijn dochter vreemd?
Hoe kom je daar nou bij?
:09:24
Mijn dochter vreemd?
Hoe kom je daar nou bij?
:09:29
Ik weet niet of ik hier wel thuis-
hoor. Ik kan met niemand praten.
:09:35
En Gaston?
Dat is toch 'n knappe kerel?
:09:38
Ja, hij is knap.
En grof en verwaand.
:09:42
Hij is echt niets voor mij.
- Maak je geen zorgen.
:09:46
Met deze uitvinding
begint 'n nieuw leven.
:09:49
Ik geloof dat 't nu goed is.
Even proberen.