:21:00
Een meisje.
- Ja, dat weet ik.
:21:03
Op haar hebben we gewacht.
Zij kan de betovering verbreken.
:21:19
Is hier iemand?
Wacht. Ik zoek m'n vader.
:21:27
Vreemd. Ik weet zeker
dat ik iemand zag.
:21:32
Is hier iemand?
- Belle?
:21:35
Papa.
:21:38
Hoe heb je me gevonden?
- U bent ijskoud.
:21:42
Je moet weg.
- Wie heeft dit gedaan?
:21:45
Geen tijd. Ga weg.
- Ik laat u niet alleen.
:21:49
Wat moet jij hier?
:21:51
Wie is daar? Wie bent u?
- Ik ben de Meester.
:21:56
Toe, laat m'n vader gaan.
Hij is ziek.
:22:00
Hij had hier niet moeten komen.
- Hij gaat dood. Ik doe alles voor u.
:22:05
Je kunt niets doen.
Hij is mijn gevangene.
:22:08
Ik moet toch iets kunnen doen?
Wacht.
:22:17
Neem mij in zijn plaats.
- Jou?
:22:22
Wil jij zijn plaats innemen?
:22:25
Belle, nee. Niet doen.
- Als ik 't doe, laat u hem dan vrij?
:22:30
Ja.
:22:32
Maar dan moet jij beloven
eeuwig hier te blijven.
:22:37
Kom in 't licht.
:22:49
Nee, Belle.
Dat laat ik je niet doen.
:22:55
Ik beloof 't.
- Afgesproken.