:44:01
Dood hem ! Dood hem !
:44:04
Oh, wat doe jij hier in godsnaam, pa ?
:44:07
Ik ging naar je tante Annie om je een advocaat
te zoeken... en ze arresteerden iedereen.
:44:12
Wat ?
:44:14
- Waarvoor, in godsnaam ?
- Medeplichtigheid aan moord.
:44:17
Oh, nee. Oh, nee.
Toe.
:44:23
- Heb je het gedaan ?
:44:27
Heb je het gedaan, zoon ?
:44:29
- Nee, ik heb het niet gedaan !
:44:35
Natuurlijk deed ik het niet verdomme !
:44:48
Waarom ben je zo naar me aan het kijken ?
:44:50
Hoe ?
:44:54
Waarom ben je zo naar me aan het kijken ?
:44:57
- Hoe ?
- Waarom volg je mij steeds ?
:45:03
Waarom volg je me steeds wanneer
ik iets verkeerd doe ?
:45:06
- Waarom kan je mij niet eens volgen als ik iets goed doe ?
- Over wat heb je het ?
:45:10
- Over wat ik het heb ? Ik heb het over de medaille.
- Welke medaille ?
:45:14
Welke verdomde medaille ?
Welke verdomde medaille !
:45:17
De enige verdomde medaille die ooit in ons
huis is geweest. Die verdomde medaille.
:45:21
Die medaille die ik gewonnen
heb bij het voetbal.
:45:24
En jij zat aan de zijlijn en je riep instructies,
alsof je enkel kon zien wat ik deed.
:45:28
Je kon zelf niet eens voetballen.
Maar je kon enkel zien wat ik fout deed.
:45:33
Ik kon nooit iets doen dat genoeg was voor
jou. Na de match kwam je naar mij en zei:
:45:38
"Gerry,
heb je een opzettelijke fout gemaakt ?"
:45:41
En ik liep van je weg, weet je nog ?
Ik liep de kleedkamer binnen.
:45:45
Je volgde me en zei opnieuw, "Gerry,
heb je een opzettelijke fout gemaakt ?"
:45:48
Alle vaders waren daar en ze lachten met jou,
en noemden je "Arme Guiseppe".
:45:53
En ik liep naar buiten en verstopte me en ik
schreef je naam op de grond.
:45:56
Je stomme Guiseppe-naam. Ik schreef het
in het zand en ik piste er verdomme op !