Speed
anterior.
apresentar.
marcadores.
seguinte.

:10:12
We zijn op het vliegveld.
:10:14
Nou en?
:10:17
Dat heb ik al gezien.
:10:39
Wat was dat spannend, zeg.
:10:43
Dat scheelde maar een haartje.
Maar goed gedaan, hoor.

:10:47
- Wat wil je?
- Geld.

:10:50
Helaas heb ik geen verheffender doel.
Het gaat mij om het geld.

:10:56
Ik wil grote biljetten, niet op volgorde,
in twee plastic zakken. Ongemerkt.

:11:03
- Kun je dat onthouden?
- Waarom vertel je mij dat?

:11:07
Jij moet me helpen.
:11:10
Onderhandelaars doen alsof ze je vriend zijn.
:11:14
Ze kennen je niet eens.
:11:16
Waarom verneuken ze me?
Ik doe dit niet voor de lol.

:11:20
- O nee?
- Wat flauw.

:11:24
Jij weet niet wat ik voel.
Jij kent me niet.

:11:28
Jij verdient dat geld niet.
:11:30
Ik heb het echt wel verdiend.
:11:33
Ik heb het mijn hele leven verdiend.
:11:35
Ik heb ook een medaille.
Met een mooie brief: "Jammer van je hand."

:11:40
Je moet mij eruit laten.
:11:43
Dat gaat niet door.
:11:45
Ik moet met die mensen praten.
Ze denken datje maar wat lult.

:11:50
Dat denken ze helemaal niet.
:11:52
Jij wiltje geld, ik wil geen doden meer.
Laat mij eruit.

:11:57
Alleen mij.
Dat is niet tegen de regels.


anterior.
seguinte.