Speed
anterior.
apresentar.
marcadores.
seguinte.

:11:03
- Kun je dat onthouden?
- Waarom vertel je mij dat?

:11:07
Jij moet me helpen.
:11:10
Onderhandelaars doen alsof ze je vriend zijn.
:11:14
Ze kennen je niet eens.
:11:16
Waarom verneuken ze me?
Ik doe dit niet voor de lol.

:11:20
- O nee?
- Wat flauw.

:11:24
Jij weet niet wat ik voel.
Jij kent me niet.

:11:28
Jij verdient dat geld niet.
:11:30
Ik heb het echt wel verdiend.
:11:33
Ik heb het mijn hele leven verdiend.
:11:35
Ik heb ook een medaille.
Met een mooie brief: "Jammer van je hand."

:11:40
Je moet mij eruit laten.
:11:43
Dat gaat niet door.
:11:45
Ik moet met die mensen praten.
Ze denken datje maar wat lult.

:11:50
Dat denken ze helemaal niet.
:11:52
Jij wiltje geld, ik wil geen doden meer.
Laat mij eruit.

:11:57
Alleen mij.
Dat is niet tegen de regels.

:12:00
Maar kom snel terug.
:12:03
Best.
:12:04
En geen geintjes.
Je weet dat ik erbovenop zit.

:12:08
Probeer niet te slim te zijn.
:12:20
- Dus nu is er wel een plan?
- Misschien wel.

:12:24
Hij laat mij eruit.
Blijf rondjes rijden.

:12:30
- Blijf zitten, ik ga er even uit.
- Is dat een goed idee?

:12:35
Laatje ons achter?
:12:37
- Dat zou ik wel doen.
- Ik blijf in de buurt.

:12:40
Vergeet ons niet, hè?
:12:58
We halen de passagiers nu weg.

anterior.
seguinte.