The Client
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:18:09
Wat is er met je wang?
:18:10
Ik heb gevochten op school.
:18:13
Het is zomervakantie.
:18:16
Ik bedoel met iemand van school.
:18:18
Wie dan?
:18:19
Hoezo?
:18:21
De politie wordt betaald
om vragen te stellen.

:18:24
Je verhaal klopt niet.
:18:27
Je hebt in de auto gezeten.
:18:30
Wat is "misdeeld"?
:18:32
Misdeeld?
:18:34
Dat betekent arm.
:18:36
Zoals jij,
je moeder en je broertje.

:18:39
Vertel de waarheid nou maar...
:18:41
...zodat ie beter wordt.
:18:43
Anders...
:18:44
...komt ie misschien terecht...
:18:46
...in 'n gekkenhuis voor armelui...
:18:50
...met beklede muren...
:18:52
...en kakkerlakken.
:18:54
Dan wordt ie vastgebonden...
:18:55
...aan 'n vies bed met slangen.
:19:01
Ik ben Karen.
:19:02
Ga je mee?
:19:14
-We wachten af.
-Wat gaat u doen?

:19:16
We kijken morgen verder.
:19:20
Een nachtje slapen helpt soms ook.
:19:22
-Z'n reflexen zijn goed.
-Gelukkig.

:19:25
Ricky is heel erg ziek.
:19:28
Wat heeft ie?
:19:30
Post-traumatische stress.
:19:32
Hij heeft iets heel ergs meegemaakt.
:19:35
Ik zeg altijd: Geen griezelfilms...
:19:37
...en geen enge stripverhalen.
:19:40
Niet voor Ricky.
:19:42
Hij is erg gevoelig...
:19:45
Rustig maar.
:19:46
Ik probeer 'm te beschermen.
:19:49
Ga zelf ook maar wat rusten.
Ga maar even liggen.

:19:52
Laat de rest maar aan ons over.
:19:56
U hebt 'n zware dag gehad.
Ga nou maar even liggen.


vorige.
volgende.