:46:00
Je was net een schobbejak.
:46:02
Een schobbejak?
:46:04
Je was net als een klein jongetje
aan het jammeren
:46:06
omdat niet alle aandacht
op hem was gericht.
:46:09
Oké, luister.
Deze vrouw beroofd je blindelings.
:46:12
Je was net een jochie
die voorbij een ijsjeswinkel liep
:46:14
huilend omdat zijn moeder
geen ijsje voor hem wou kopen.
:46:17
Het maakt me niet uit wat die kwakzalver
heeft te zeggen over
:46:26
Ik versta het een beetje, maar hij niet.
:46:32
Mag ik je wat vragen?
:46:36
Ik maak je een deal.
:46:41
Ik bedoel, in plaats van je te vragen
om geld, vraag ik je een woord.
:46:45
Je geeft me een woord, ik neem het woord,
en dan schrijf ik een gedicht
:46:50
met het woord erin.
:46:52
En als je het leuk vindt,
als je mijn gedicht leuk vindt
:46:55
als het iets toevoegt aan je leven
op wat voor manier dan ook
:46:58
dan kan je me betalen
hoeveel je nodig vindt.
:47:01
Ik schrijf in het Engels natuurlijk.
:47:04
Oké.
:47:08
Dus?
:47:11
Kies een woord.
:47:14
Een woord.
:47:17
IJsje.
- IJsje? Goed.
:47:19
Ik wou schobbejak gaan zeggen.
Maar uitstekend. IJsje.
:47:22
IJsje?
:47:24
Oké, ijsje.
:47:26
Oké, dus...
- Goed.
:47:39
Ik moet zeggen, ik mag deze
Viennaese versie van zwerver wel.
:47:43
Ik vind het leuk wat hij zij over
iets toevoegen aan je leven.
:47:46
Dus, we hadden onze eerste ruzie daarnet?
:47:51
Ik denk van wel.
:47:53
Zelfs als het zo was, waarom denkt iedereen
dat onenigheid zo slecht is?
:47:57
Er ontstaan een hoop goede dingen
uit onenigheid.