Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:40:01
Hij zegt iets over Berto.
:40:04
Dat is de kleine jongen.
-Zoek dat joch. Hij kan ziek zijn.

:40:10
Bonnie, wacht. Bel George
Malley, laat 'm hier komen.

:40:15
Met een Engels-Portugees boek.
:40:18
Hij moet leren naar een verdwenen
jochie te vragen.

:40:23
George Malley?
-Jazeker.

:40:26
Vooruit maar.
:40:35
Neem je niet op?
-Ik werk nu.

:40:39
Ik ben m'n hele leven boer,
maar dit is ongelooflijk.

:40:46
Het is pijnlijk.
-Ik wil 't bij jou proberen.

:40:50
Je besproeit m'n laarzen.
Rotgrond, goed voor onkruid.

:40:56
Ik wed dat er maïs op kan groeien.
-Maar je hebt geen geld.

:41:01
AI je geld zit in die stoelen.
:41:17
George Malley?
-Dat ben ik.

:41:20
Ik ben John Ringold. We hebben
elkaar aan de telefoon gehad.

:41:25
Van Berkeley? Heel mooi.
:41:29
Leuk dat u er bent.
-Mag ik van uw hond uitstappen?

:41:33
Hij heeft iets met
seismologen. Kom maar.

:41:37
Dit is m'n vriend Nate Pope.
Ik ga 'n koel drankje halen.

:41:42
Van de universiteit?
:41:45
Hoe kon u die aardbeving
voorspellen, MER. Malley?

:41:52
Ik voelde 'n subsonische frequentie.
Maar ik stond wel op de breuklijn.

:41:58
Wat voor instrument had u?
-Mezelf.


vorige.
volgende.