Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:41:01
AI je geld zit in die stoelen.
:41:17
George Malley?
-Dat ben ik.

:41:20
Ik ben John Ringold. We hebben
elkaar aan de telefoon gehad.

:41:25
Van Berkeley? Heel mooi.
:41:29
Leuk dat u er bent.
-Mag ik van uw hond uitstappen?

:41:33
Hij heeft iets met
seismologen. Kom maar.

:41:37
Dit is m'n vriend Nate Pope.
Ik ga 'n koel drankje halen.

:41:42
Van de universiteit?
:41:45
Hoe kon u die aardbeving
voorspellen, MER. Malley?

:41:52
Ik voelde 'n subsonische frequentie.
Maar ik stond wel op de breuklijn.

:41:58
Wat voor instrument had u?
-Mezelf.

:42:01
Hij verplaatst dingen met gedachten.
-Laat dat maar.

:42:05
Ik voelde lage-frequentiegolven.
Ik werd duizelig. Zo merkte ik het.

:42:12
We studeren al jaren
op voorspellingen.

:42:16
Ik ken niemand die zoiets voelt.
:42:20
Nu wel.
:42:23
Wilt u in ons lab meedoen
met een experiment?

:42:29
Naar Berkeley gaan?
:42:33
M'n afdeling wil u onderzoeken.
-Ik kom graag naar Berkeley.

:42:39
Kan ik ook langs andere afdelingen?
Ik wil wat experimenten laten zien.

:42:46
Leuk, hoor.
:42:50
Even zien.
:42:54
Ik heb met zonnepanelen de zaden
van die planten laten ontkiemen.


vorige.
volgende.