Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:42:01
Hij verplaatst dingen met gedachten.
-Laat dat maar.

:42:05
Ik voelde lage-frequentiegolven.
Ik werd duizelig. Zo merkte ik het.

:42:12
We studeren al jaren
op voorspellingen.

:42:16
Ik ken niemand die zoiets voelt.
:42:20
Nu wel.
:42:23
Wilt u in ons lab meedoen
met een experiment?

:42:29
Naar Berkeley gaan?
:42:33
M'n afdeling wil u onderzoeken.
-Ik kom graag naar Berkeley.

:42:39
Kan ik ook langs andere afdelingen?
Ik wil wat experimenten laten zien.

:42:46
Leuk, hoor.
:42:50
Even zien.
:42:54
Ik heb met zonnepanelen de zaden
van die planten laten ontkiemen.

:43:01
Het elektromagnetisch
veld is veranderd.

:43:06
Kunstlicht heb ik veranderd in
zonlicht. Zo groeien deze planten.

:43:11
Ik heb met varkensmest brandstof
gemaakt waar 'n auto op kan rijden.

:43:17
Ik ben geïnteresseerd in
de aardbeving. Was dat mazzel?

:43:23
Een toeval?
-Mazzel...

:43:27
George, verplaats eens
iets met je gedachten.

:43:32
Verplaats z'n... Zoiets.
:43:35
Mr. Ringold...
-Doctor.

:43:38
Dr. Ringold, ik...
:43:42
M'n tuin daar gebruik ik
als lab. U ziet dit hier...

:43:47
...maar ik moet met mensen als u
praten. Blijf hier, alstublieft.

:43:57
Dok zegt dat je moet komen.
-Wat is er?


vorige.
volgende.