:31:04
Ze zullen ons zoeken in het zuiden.
:31:07
Als we vanavond voorbij de pas zijn,
kunnen we de lichtkogels afschieten.
:31:11
Hoe vinden we die, in het bos ?
- We lopen naar het zuiden.
:31:16
Hoe weten we welke kant
het zuiden op is ?
:31:23
Kijk.
:31:26
Je richt de kleine wijzer op de zon.
Het zuiden ligt dan tussen de wijzers.
:31:31
Deze is kapot.
Geef me je horloge eens.
:31:34
Het mijne is ook kapot.
:31:38
Steve ?
- Ik ben het kwijt.
:31:42
Oké ik heb het. De vogels vliegen
naar het zuiden. Die volgen we.
:31:47
En als we geen vogels zien ?
- Het spijt me, oké
:31:50
Hou daarmee op.
:31:55
Gewoon ophouden.
:31:57
Waar ga je heen ?
- Ik ga een kompas maken.
:32:06
Je neemt een naald...
:32:09
je wrijft ermee langs zijde
om hem statisch te maken.
:32:15
Dan leg je hem op een boomblad.
:32:19
Dan heb je een kompas.
:32:21
Wie neemt er nou
een naald mee op reis ?
:32:48
Verrek.
:32:54
Zie je, het werkt.
:32:57
Het werkt.