Les Miserables
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:23:00
Ik heb goed nieuws.
Parijs was verheugd met m'n plan.

:23:05
- Wat voor plan ?
- Dat staat in deze brief.

:23:12
- Waarom vertelt u het me niet ?
- Het spijt me.

:23:16
- Wat spijt u ?
- Ik wist dat u niet kon lezen.

:23:22
- Te vroeg van school gegaan ?
- Vertel me over uw plan.

:23:27
Vigau is erg snel gegroeid.
Ik heb een volkstelling voorgesteld.

:23:34
Goed idee.
Maar is dat een zaak van de politie ?

:23:38
We moeten met onze tijd meegaan.
Informatie is belangrijk.

:23:43
Wie zijn hier de afgelopen 10 jaar
heen gekomen ? Uit welke steden ?

:23:50
Komen de criminelen
hier of elders vandaan ?

:23:54
Zonder dergelijke informatie kunnen
we de mensen niet goed beschermen.

:24:02
- Ik ben bang dat u een fout maakt.
- Hoezo ?

:24:05
Soms verhuizen mensen
om met een schone lei te beginnen.

:24:10
- U doet meer kwaad dan goed.
- Eerlijke mensen zal 't niet deren.

:24:16
Parijs weet dat m'n vader een dief
was en m'n moeder een prostituee.

:24:23
Als ze hierheen zouden verhuizen,
zou iedereen dat moeten weten.

:24:28
- En Als ze nu brave burgers zijn ?
- Dat kan niet.

:24:33
Mensen zijn nu eenmaal
goed of slecht.

:24:38
Een wolf in schaapskleren
is nog altijd een wolf.

:24:46
U hebt het niet getroffen.
:24:49
- Hoezo ?
- U bent in 'n saaie stad geplaatst.

:24:54
U hoort in Parijs thuis,
waar iedereen oneerlijk is.

:24:59
Ik ga er naartoe. Ze hebben me
gevraagd m'n plan toe te lichten.


vorige.
volgende.